Stalen zenuwen
Terwijl de raketten er met regelmaat door de lucht schieten koos Oekraïne dit weekend in Kyiv hun inzending voor het Eurovisie Songfestival – ondergronds. Een metrostation kreeg een driedubbele functie: naast schuilkelder diende het die avond ook als tv-studio.
Elektriciteit is in de stad geen zekerheid dus de boel draaide voor een groot deel op generatoren. Het publiek zat opeengepakt, gekleed in dikke jassen. Beeld je het bovenstaande even in en kijk dan naar de werkelijke beelden. Bijvoorbeeld van het optreden van de uiteindelijke winnaar, electro-pop duo TVORCHI met “Heart of Steel”.
Had je het niet geweten, dan had je het niet eens gemerkt. Op enkele momenten tussen de nummers na, waarin het gesprek met de artiesten werd verstoord door het geluid van een voorbij denderende trein. Verder was de productie strakker dan menig ander nationale finale welke wél in een grote tv-studio plaatsvindt en waar budgetten, tijd en zekerheid vele malen groter zijn. Als dít is wat omroep UA:PBC voor elkaar krijgt in deze omstandigheden, stel je voor wat ze in Liverpool voor elkaar krijgen wanneer ze samen met de BBC de handen ineenslaan. Bring it on.
Even terug naar de – vrij onverwachte – winnaar, “Heart of Steel”. Want de afgelopen jaren leek Oekraïne juist de folklore kant op te gaan, de kant die voor ons in het verre westen wat minder bekend is en daardoor juist zo de aandacht trekt, op een goede manier. De laatste keer dat Oekraïne een Engelstalig nummer inzond was in 2018. Het is even wennen, laat ik dat zeggen. Dit had elk ander land ik kunnen sturen (behalve Oekraïne, zou ik hebben gezegd voordat Oekraïne besloot dit te sturen).
Mensen die geld hadden ingezet dat deze gladde R&B-track uit de mid-‘00s de show zou winnen, hebben nu een mooi zakcentje verdiend. Als ze nu ook wat euro’s inleggen op de winst in mei kunnen ze in de zomer gratis op vakantie. In een speelveld dat bestond uit wat middle of the road popnummers en enkele duidelijke frontrunners waarin folklore en referenties naar de oorlog de boventoon voerden, won het soulvolle, goed gezongen buitenbeentje dat het ene oor in en het andere uit gaat. De strakke staging is wat echt blijft hangen. Men was er blijkbaar aan toe een lied te sturen dat redelijk ondergronds bleef in identiteit en waarin visuals en vocals er bovenuit staken. Waarin tekstueel niet wordt gerefereerd aan de oorlog. Misschien wil men daar straks even drie minuten niet aan herinnerd worden of misschien – en dat hoop ik van harte – verwacht men dat een oorlog-gerelateerd nummer in mei 2023 alweer achterhaald is.
Een mens kan hopen.