Oostenrijk

Soms ontstaan de beste ideeën wanneer je gestopt bent ze te bedenken. Teodora Spiric en Salena Edbauer waren op een ‘songwriters camp’ – een weekendje Landal voor liedjesschrijvers met als doel om met wat hulp en inspiratie van en door elkaar een goed scorend Songfestivalnummer te schrijven. De meiden kenden elkaar al uit het talentenjachtcircuit en toen ze na een lange dag nog even samen zaten ontstond een idioot idee.

“Wat nu als we een nummer schrijven waarin we zingen dat we bezeten zijn door de creatieve geest van schrijver en dichter Edgar Allen Poe? Hij laat de woorden uit onze handen stromen, men raakt enthousiast over wat we maken, de mannelijke CEO’s lopen met onze ideeën te koop, krijgen de credits en wij kunnen weer een weekje boodschappen doen met ons deel van de opbrengsten.” Klinkt goed toch? Op papier. Teya en Salena schreven verder en lieten het gekke idee godzijdank niet los. 

Who the hell is Edgar? is cynisch, eenvoudig, kritisch en oh zo effectief . Zonder uitleg is het ‘gewoon, catchy’. Misschien gaat een groot deel van de context over de hoofden van de kijker. Zo wordt de zin “Zero dot zero zero three” vaak herhaald. 0.003 staat voor het aantal cent dat een artiest krijgt voor elke Spotify stream. Misschien lucratief als je Taylor Swift bent want dan hark je met die aantallen nog een aardig budget binnen. Maar een beginnend artiest werkt minstens net zo hard aan een nummer en kan er net de huur van betalen – de huur van een dagje in de opnamestudio welteverstaan. Voorbeeldje: op 17 april had Who the hell is Edgar? 3 miljoen streams. Dat totaal zou op dat moment voor Teya & Salena 450 dollar opleveren.

Het is voor de gemiddelde kijker misschien een beeje te veel vakjargon om te begrijpen. En een lied over creatieve en financiële struggles van liedjesschrijvers is niet iets waar de meesten zich mee kunnen identificeren. Maar om toch de aandacht te trekken is er een hele makkelijke oplossing voor bedacht.
Die gaat van
Poe Poe Poe Poe Poe
Poe Poe Poe Poe Poe
Poe Poe Poe Poe Poe


En die blijft eeuwig in je hoofd hangen. Van een engelachtig “Oh mio padre there’s a ghost in my body” naar het drammerige poe poe poe poe, zie het maar uit je systeem te krijgen. Na een aantal dramatische jaren op het Songfestival lijkt Oostenrijk met deze gewaagde keuze een gouden greep te hebben gemaakt en zien we ze voor het eerst sinds 2018 weer terug in de finale.