Nederland

Toen AvroTros bekendmaakte dat Duncan Laurence onze inzending heeft geschreven, hing Nederland de vlag uit. Er werd nog wel wat geklaagd dat twee totaal onbekenden, namelijk Mia Nicolai en Dion Cooper, dit lied zouden gaan uitvoeren. Maar deze mensen waren blijkbaar alweer vergeten dat vier jaar geleden niemand wist wie Duncan Laurence was. De verwachtingen waren torenhoog, zeker ook bij mij. Het kon dus alleen nog maar tegenvallen.

En dat doet het. Een campagne met teasers, wollige teksten en een strak geregisseerde video konden me niet overtuigen dat Burning Daylight niet meer is dan een aardig popliedje dat probeert mij op reis te nemen, maar nergens naar toe gaat. Sterker nog, bij een lied dat begint met de woorden “I don’t find any joy anymore” wil ik niet eens instappen. Het komt langzaam op gang en de zogenaamde ‘hoopvolle’ apotheose (‘Goodbye, old life!’) aan het eind van het nummer bestaat uit niet meer dan een paar flauwe herhalingen. Ik wil het lied dan helemaal een schop onder de kont geven. Kom op! VLAM DAN. Ik mis het vuur in Burning Daylight. Ik had gehoopt op een Arcade 2.0, of nog beter, een Starboy of een Electric Life. Maar het lijkt of Duncan dit zelf nooit uit had willen brengen.

Ja, ik heb ook positieven. De vocalen van het tweetal zijn [update: in de STUDIOVERSIE] puur en het verlangen om de sleur van het dagelijks bestaan te doorbreken klinkt vooral in Mia’s stem goed door. De productie klinkt professioneel, commercieel en het kan linea recta de radio op. Duncan’s handelsmerk ‘ahhh’ wordt ook hier gebruikt om het refrein nog een tijdje bij de luisteraar na te laten sudderen. Dit gaat dus over de studio-opname en niet over de dertien levens die het nummer al door schade en schande heeft doorgemaakt, voornamelijk achter de schermen en meest recentelijk (28/4 bij Khalid en Sophie) in een aangepaste versie, omdat – tot ieders verbazing – na zes (ZES) maanden en anderhalve week voor de halve finale blijkt dat het toch lastig blijkt om Burning Daylight live te zingen.

Het is dus radiovriendelijk, genoeg om niemand tegen de borst te stuiten en het zou bij een breed publiek goed genoeg vallen. Muzikaal is het genoeg voor een welverdiend rustpunt op het Songfestival tussen al het geweld. Maar pakken de Letten, Italianen en Noren hier de telefoon voor op dinsdagavond in de loodzware eerste halve finale? Ik betwijfel het ten zeerste. En die televotes hebben we juist nu écht nodig, want een jury is dit keer alleen in de finale aanwezig. Die moeten we eerst zien te halen. Ik besef heel goed dat we ons na de release van deze inzending nu in een zelfde situatie bevinden als 2014. Calm after the storm kon rekenen op een stormvloed aan kritiek van binnen- en buitenlandse media en fans en stond tot aan de repetities kansloos onderaan bij de bookmakers. Uiteindelijk werd het tweede vanwege een perfecte staging dat het nummer een compleet nieuw leven in deed blazen. Groot verschil is echter dat nu ook de live vocalen een enorm probleem waren die misschien nog steeds niet helemaal opgelost zijn. Ik zou een losse blogpost kunnen wijden aan hoe de keuze en promotie van deze inzending (of gebrek aan) er voor zorgt dat we van een zekere finalist in no-time tot hoogstwaarschijnlijke non-qualifier zijn gegaan. Maar ik wacht nog even het te verwachten resultaat af.

Nog meer dan 9 jaar geleden hebben we naast een grote verbetering in samenzang en chemie een minstens net zo’n goede staging nodig als in 2014, anders kunnen we het echt vergeten. Want Burning Daylight is, in deze omstandigheden, niet sterk genoeg om (ook wanneer het loepzuiver wordt gezongen) op eigen kracht de halve finale te overleven en kan zo als een nachtkaars uit gaan.