Mooie Jongens.

Al sinds een paar dagen zit ik met 25 juli in mijn hoofd. 25 juli, 25 juli, er was iets met 25 juli. Ik ben vrij slecht in verjaardagen onthouden als ik ze niet minstens 18 keer gevierd heb dus ik dacht al gauw dat dat het was. Maar nee. Feit is dat ik onbelangrijke data eerder onthoud dan belangrijke. Dus het moet iets futiels zijn. Vanmiddag vermoedde ik iets en zojuist heb ik het gecheckt op mijn prikbord, dat bedekt is met 27 lagen briefjes, postertjes, flyers en tickets. Heel. Veel. Tickets. En ja hoor, daar hing het, bam, in het midden.

LES MISERABLES IMPERIAL THEATRE WED JUL 25, 2001

Aha, dus dat! Vandaag, deze tijd, exact een decennium geleden, zaten beste vriendin C. en ik ons te settelen in een paar comfortabele pluchen stoelen op rij 2 van het Imperial theater in Broadway. Om er meer dan 3 uur later met dikke, rode ogen weer uit te klimmen. Compleet kapot waren we. Gebeten door de musical-bug. Is nooit meer goed gekomen daarna.

Ik was wel eens eerder naar een musical geweest. Grease, in Londen. Maar dat was een beetje een niemendalletje en we zaten in de nok van het theater en het was leuk, maar dat was alles. Dit keer, zo’n 5 jaar later, was het anders.

Veel over Les Misérables wist ik niet. C. en ik gingen er, tamelijk onbevangen, samen met een vriendin die vlak bij New York woont, naar toe. We zaten nog volop te kletsen toen ineens de lichten uit gingen, het orkest opzwelde, en het menens werd. De show begon. We hadden er zin in! Na een half uur kwam er een mooie jongen op het podium. Een Hele Mooie Jongen. Toen waren we nog meer onder de indruk. De musical bleek al snel, zacht uitgedrukt, wat zwaarder te zijn dan we in eerste instantie verwachtten. Het had zijn vrolijke momenten maar die waren schaars. Toch was alles zeer indrukwekkend, vooral omdat we amper 3 meter van het podium verwijderd waren en we helemaal in het verhaal werden gezogen. Musicalmensen zingen en praten nogal met consumptie, dat leerden we die dag ook. Extra dimensie.

Na een dikke anderhalf uur kwam het geheel tot een apotheose met een nummer waarin iedereen samen zong en er volgde een daverend applaus en het gordijn ging dicht. Terwijl onze Amerikaanse vriendin haar abrupt gestopte spraakwaterval van voor de show continueerde (ohmygoshdidyouknowlikeohmygoshthatsretarded), zaten C. en ik nog een potje perplex te wezen in onze stoelen. Poehee, even bijkomen. Dat was een mooie musical! Was wel plots voorbij, maar hij duurde wel lang en tsjongejonge wie was die Mooie Jongen? Wauw. Wauw.

Dit was hem. De Mooie Jongen van tien jaar geleden.

Al gauw beseften we dat er nog een tweede acte kwam. En die was nog donkerder dan de eerste. Gitzwart. Al gauw kwamen de waterlanders. Mensen gingen dood, Mooie Jongen werd in onze ogen steeds mooier en alles en iedereen werd zieliger, de wereld werd zwarter, we zakten langzaam weg in lichte depressies. Maar mooi dat we het vonden. Aan het eind van de voorstelling was er weinig meer van ons humeur over. Ik heb nog net niet hardop zitten huilen.

 

Ik kon me vermannen tot verstikkende snikken in talloze papieren zakdoekjes. Potdorie, heavy shit.

Gelukkig overleefde Mooie Jongen het verhaal. Lichtpuntje. En na meer dan drie uur liepen we dus, met onweer in ons hoofd, het donkere theater uit, het veel te felle, warme zonlicht in. Een straat verderop stond een in zilver geklede en geschminkte mimespeler. Ohmygoshlookatthatguyletsgivehimaquarter! En daar stonden we dan, nog half huilend, in de zengende hitte te kijken naar een zilveren man die op teken van onze Amerikaanse vriendin de Robot deed, op de maat van zijn kazoo. Hoe groot was het contrast en hoe groot was de indruk die Les Misérables die dag, vandaag 10 jaar geleden, heeft achtergelaten.

Sinds die dag houd ik van musicals. Hoe gay en cheesy en oppervlakkig en onzinnig mensen ze ook mogen noemen. Die spanning, verrassing, professionaliteit, directe beleving en vooral het contrast met de werkelijkheid die je in het theater krijgt, krijg je nergens anders.

Oh ja, en Mooie Jongens.