Trouble in paradise

Er is iets goed mis met dit seizoen van Boer Zoekt Vrouw. Of beter gezegd, er is iets goed mis met de cast van het programma. Ze zijn gewoon… gewoon? Geen ludieke gourmetten-of-steengrillen spelletjes. Geen bek-houwe-en-vrèt-oewen-bak-leeg uitspraken. Geen hhhja!’s. Zelfs ons aller Aad is, al zijn nukkigheid en eigenheimerheid ten spijt, ook niet bepaald een rare snuiter. Hij is, gewoon, Aad.

Vandaar dat dit programma een beetje afzakt naar een wekelijkse verplichting (omdat je toch wel mee wil praten) dan dat het een wekelijks vermaak is. Er wordt net zo vaak aan een dood paard getrokken als dat er in dit seizoen koeien de wei in worden gesjord. Maar het is wachten op dat ene moment, ik blijf hoop houden. Aad gaat op vakantie. Met een vrouw. Aan deze strohalm houd ik me vast.

Bij Willem is het keuzemoment aangebroken. Yvon gaat de drie kandidaten nog even langs om te peilen hoe ze hem vinden.
Jacob wil Willem meer aanraken, als die andere twee er niet bij zijn.
Klaas denkt dat er iets van een klik is.
De Stem van Fortuyn twijfelt heel erg voordat hij antwoord geeft op de vraag of hij Willem aantrekkelijk vindt. “Op een ehhhhhh ehhh zoals ik hem zie ehhhh en zoals hij beweegt bepaalde, ongelikte manier maar hij heeft niet op de balletschool gezeten om maar zo te zeggen.”

Résumé, Willem heeft Jacob die hem wil betasten. Klaas met een klik. En de Stem van Fortuyn die niet durft te zeggen dat hij Willem een ongelikte bijna-ballerino vindt. Ze zitten alledrie gezellig naast elkaar op hun oordeel te wachten, ieder in een effen gekleurd t-shirt. Geel, groen, rood. Een rastafari-kleuren-trio. En dan is de kogel door de kerk. Groene Jacob moet weg. Hij moet zichzelf maar gaan aaien.

Willem vindt het heel vervelend. Maar vrolijke olijke Jacob begrijpt het wel, gevoel moet meespelen. Niet alleen zijn stunning good looks en die wulpse golven in dat strakke groene t-shirt. Terwijl Jacob zijn koffers pakt vraagt de rest zich af of het nog wel gezellig blijft, zo zonder hem. Dat gaat wel lukken hoor. Want zoals een oudhollandsch gezegde gaat: het is lekker op de trekker!

En dat doen ze dus met z’n drieën, dat vinden ze allemaal fijn want dan kunnen ze elkaar aanraken, vooral Willem en Jurjen, terwijl Klaas zich hardop afvraagt waar die hand eigenlijk zit. Zolang je niks voelt, Klaas, zit hij niet bij jou en is het aan jou om je af te vragen of je dat een goed of slecht teken vindt.

Het thema van deze aflevering is ‘trekken’. In de wei wordt namelijk een koe een kar op gesleurd. Allemaal leuk en aardig maar tijdens dit tafereel loopt er een OB (Onbekende Boer) mee met de mannen die duidelijk een figurant is in deze serie maar op dit moment voor mij, persoonlijk, even de hoofdrol speelt. En de engelen zongen

HALLO LEUKE JONGEN MET STRAK ZWART SHIRT EN NIET KALEND HOOFD!
WAAR WAS JE AL DIE TIJD?
DIT PROGRAMMA WORDT ZO DROOG ALS STRO!
IK DANK VOOR JE AANWEZIGHEID.

En weg was ie.

Klaas en Jurjen helpen iemand (een vrouw met een kort pittig kapsel, dus in feite geen bedreiging) met het melken van de koeien. Als volleerde boeren leren ze haar de kneepjes van het vak, Willem kijkt trots toe.

Na het werk drinken de mannen wijn en eten ze brood. Altijd brood. Net als Jezus en zijn apostelen, maar dan minder bijbels en zonder baarden. Over mythische figuren gesproken…

Klaas zegt dat hij dit een omgeving voor trollen en kabouters vindt. Willem zegt dat er ‘witte wieven’ zijn. Ik snap niet veel van dit gesprek maar concludeer daaruit dat Aad zijn buurman is.

Over naar Huize Henk.
Yoni stond ’s ochtends op en was helemaal blij en happy dat ze kalfjes mocht gaan voeren. Ze k-k-k’kt met haar tong naar de kalfjes en neemt heel swaeneriaans het voortouw. Fiona zegt tegen de camera dat ze het moeilijk vindt wanneer ze met z’n drieën zijn omdat Henk en Yoni in agrariër-jargon praten en als Fiona iets aan Henk vraagt, antwoordt Yoni.

Ik heb nu Dolly Parton’s ‘Jolene’ in mijn hoofd maar dan met de naam ‘Yoni’ in de plaats. Zeer toepasselijk.

Henk en Yoni gaan samen de koeien voeren. Yoni pakt deze kans om in de trekker (zoals Willem al eerder bewees dé uitgesproken plek voor handtastelijkheden en openbaringen) te zeggen dat ze zich goed voelt met hem en dat ze op haar plek zit. “De plek naast jou is nog vrij en ik wil daar staan.”, dringt ze zich bij hem op. Ze dwingt hem nog net niet voor haar te kiezen. Ik snap dat je de kans wil pakken, maar moet je hem ook opeisen? Op de achtergrond is een liedje van Nickelback op de radio te horen, wat het drama compleet maakt.
Fiona weet niet zo goed wat ze ermee aanmoet. Dus ze doet maar een stapje terug.

Er is ook even tijd voor ontspanning en wat ga je als twintiger doen als je even wil ontspannen? Juist ja, paaltjesvoetbal met de hond! De spelregels zijn me niet helemaal duidelijk. Ik had vroeger dan wel een hond, maar geen voetbal, paaltjes of een tuin groot genoeg om een veld te maken. My loss.

De moeder van Henk gaat met Fiyoni de kas in om naar wat rode bietjes en snijbonen te kijken. Daarna geeft ze elk een aantal innuendos. Eh, ik bedoel komkommers. MaHenk denkt dat ‘ze’ er bij zou kunnen zitten, het zijn leuke meiden. Ze gunt haar zoon het geluk, hij denkt natuurlijk nog wel iedere dag aan zijn overleden vriendin maar hij wil ook verder. Met deze serieuze uitspraak verlaten we Henk.

Bij Aad worden de voorbereidingen getroffen voor de verjaardag van Linda. Arme Aad, die hield al niet van oude vrouwen, deze wordt nu nóg ouder. Terwijl Aad de bloemen naar de veiling brengt, maakt Linda een begin aan haar taart. De Taart van Linda wordt de rode draad van het Aad-verhaal. Ze is bezig met de kwark. Dan gaat de taart even in de koelkast en wordt hij morgen verder afgemaakt.

Het wordt tot mijn grote schrik zelfs een beetje gezellig in huis. De volgende dag, tijdens het bloemenplukken nota bene! Het ziet ernaar uit dat de exit van Ina ervoor heeft gezorgd dat Jeannet en Linda hun mond open durven te doen. “Nou begint er iets te groeien”, aldus Aad. Als hij dit dubbelzinnig bedoelt, dan hoop ik dat de het letterlijke gedeelte de bloemen betreft.

Linda krijgt sms’jes en telefoontjes van haar kinderen waardoor ze merkt dat ze jarig is. Want verder is het een gewone dag, als alle anderen, zegt ze. Al snel horen we dat het Aad was die doelbewust heel neutraal deze dag wil beleven. Geen extra gedoe, gewoon gewoon. En een gewone dag bevat (drumgeroffel)…. saté. Ongetwijfeld heeft hij de liefde voor deze delicatesse opgedaan tijdens een van zijn vele ‘snoep’reizen naar zuidoost Azië. Anders kan je onmogelijk zo veel saté  in een paar dagen tolereren.

Gelukkig is er ook tijd voor iets zoets. Linda is in de keuken haar verjaardagstaart aan het decoreren, met bloemetjes en dingetjes en froezeltjes. Jeannette en Aad zitten in het bloemenveld en lachen. LACHEN? Met elkaar? Dus niet van, hé, één van de twee wordt dodelijk geprikt door een distel, hoehoehoehahaha, grappig, bloed?! Nee, onderlinge pret. Geplaag. Aad zegt dat de hele commonnikasie zo veel mokkelijker en soepeler gaat als gister. En ook Jeannette is ontspannender en rustigerderder. Is love in the air? Ik ga mijn ogen met zeep uitspoelen. Of salpeterzuur.

Linda kijkt door driedubbele glazen naar buiten, naar het pril geluk. In een spaarzaam moment met Aad vist ze naar zijn keuze, maar die heeft hij nog niet gemaakt, ze vraagt het ook alleen maar omdat ze in vorige seizoenen die zelfde vragen heeft zien stellen door andere mensen. Maar ze heeft soms wel kronkelige gedachtes. Ze heeft gevoelens voor hem. Terwijl ik dit typ voel ik me vies. Aad is helemaal in z’n nopjes. Al dat gevlei! “Gevoelus ken je niet binnen je houden.”
Google translate zegt als ik dit vertaal naar Aaderiaans: “Ga vooral zo door met complimenten geven!”

Er wordt eindelijk taart gegeten. Met slagroom. En wat extra slagroom. En wat slagroom op de koffie. Een moppie. Nee, de hele fucking bus. Wat jammer, is er niks meer over voor bij de saté.

Linda en Jeannette zitten tegenover Aad en er staat een lege stoel tussen hen in. Die is voor Ina, Opdat we Niet Vergeten Waar we Vandaan Komen en Wat we Hebben Meegemaakt. Linda ziet ‘twitterings’ in zijn ogen (blinkende hashtags?) en ze gaan ‘tinkelen’. Jeannette zegt dat zij hier een hele andere Aad ziet dan in de schuur, terwijl hij aan het werk is. Aad dankt nu God op z’n blote knietjes dat ze aan tafel zitten en alleen zijn bovenlijf kunnen zien.

Bij Martin genieten Swaen en Wilma ervan dat Martin geniet en Swaen zegt tegen Wilma dat hij helemaal begeistert is van dit werk en dat ze zoveel delen en dat er elfjes over het land heen dartelen en hertjes over je tong poepen en daar komt een tuinkabouter en die loopt met een roze tutu nog rozenblaadjes over de bemeste akker te gooien het leven is een grote lavendeltuin joechei!

Martin vindt Wilma begripvol en een in-en-in lieve vrouw. Swaen vindt hij een spontaan mens (zie hier het verschil dat Martin maakt tussen een vrouw en een mens).

De kalfjes moeten de wei in. Die beesten zijn best opstandig dus er moet een touw en veel getrek aan te pas komen. De vrouwen kijken vol bewondering naar beresterke Martin. Als katzwijm een uiterlijk had, dan zag die er uit als een morf van Wilma en Swaen.

Maar dan pakken donkere wolken zich samen boven Huize Weltevree. Swaen heeft namelijk het nieuws gekregen dat haar schoonmoeder (van haar overleden man) is overleden. Aan de keukentafel houden ze elkaars hand vast en praten ze erover. Swaen zegt, “dat is het leven, stomme kalveren en mensen die dood gaan, ups en downs.” Ennnn, tegeltje!


Wilma wil de ruimte die Swaen nu nodig heeft bij Martin niet innemen. Dus Swaen kan hierin lekker haar gang gaan, al is het maar de vraag of ze dat wil. Ze kan het relativeren maar weet ook niet of ze zich open kan stellen voor iemand nu ze zo’n verdriet heeft.

Tot slot de zowat nog penibeler situatie bij Henrieke. Die is als volgt:

– Henrieke gaat met de mannen fietsen.
– Ze fietsen.
– Na het fietsen zijn ze bekaf en zitten ze in de tuin aan de sinas te praten over de laagstaande zon.
– Bert’s stoel kraakt.
– Bert praat over de krakende stoel.
– Er wordt gereageerd op Bert’s opmerking over zijn krakende stoel.
– Rick-Jan en Bert stuntelen met de barbeque.
– De klep van de BBQ gaat dicht.
– Ze denken dat ie het wel doet zo.
– Bert draait het vlees (natuurlijk).
– Ze mompelen over taxibusjes naar Almelo.
Meer kan ik niet verstaan.

Godzijdank heeft Henrieke ook door dat het een beetje oppervlakkig en jammer is, deze situatie. Maar hey, met een volle mond kan je niet praten! En er wordt nu eenmaal constant gevroten.

De volgende dag.
Ik merk dat we nog geen één boer of kandidaat in een pyama hebben gezien. Niet dat ik daar nu zo veel behoefte aan heb, maar het was vroeger wel anders.
Er is niks nieuws onder de zon. Bert werkt terwijl Rick-Jan sip toekijkt.

Tot overmaat van ramp heeft Henrieke besloten dat haar ouders mee eten na het werk. Het is zo stil dat ik hardop gniffel omdat ik er knettergek van word. En dan velt Henrieke voor de camera het oorverdovende oordeel.
“Op een of andere manier is het er niet. Zo ervaar ik het.”

De wanhoop nabij stuurt ze de mannen naar de supermarkt om spullen te kopen voor een spetterende steengrill-avond. ‘Cause there ain’t no party like a steengrillparty! De mannen praten in de supermarkt eindeloos door over bleekselderij. Het is tenminste iets. Wordt vervolgd, volgende week. Ik ben nu al zenuwachtig. Mijn gok is dat Bert en Rick-Jan 3 hele minuten vertellen over hun doldwaze supermarktavonturen, inclusief bleekselderij-perikelen en dat Henrieke op dat moment alweer hunkert naar die vertrouwde doodse stilte.